Fietsroute

De stille en devote Kempen

De stille en devote Kempen

Westerlo, Wiekevorst, Noorderwijk, Oevel, Zammel, Tongerlo

Het Landschapspark de Merode strekt zich uit tot aan het Albertkanaal. Deze fietstocht voert je helemaal tot de OEVER VAN HET KANAAL. Onderweg dring je dieper door in de Kempen. Daar vertellen dorpen en gehuchten hoe de norbertijnen ook hier dat ooit harde land naar hun hand zetten.

Afstand 47,0 km
Vertrekpunt Knooppunt 83, parking Sportpark De Beeltjens, Kasteelpark in Westerlo
Alternatieve route Om in te korten fiets van 80 meteen naar 68, afstand 29 km
Knooppunten 83 – 80 – 67 – 42 – 26 – 44 – 43 – 66 – 65 – 68 – 70 – 32 – 48 – 40 – 30 – 82 – 81 – 83
Niveau De route is volledig vlak
Facebook LinkedIn WhatsApp
PDF
GPX
Honger of dorst tijdens je tocht? Maak dan een tussenstop bij één van de lokale ondernemers die een Merodelabel dragen. Zij kregen dit label omdat ze zich met hun product of dienst verbinden aan landschapspark de Merode en de perfecte ambassadeurs zijn van dit prachtige gebied!
Alle info vind je hier

Vanaf het vertrekpunt duik je meteen onder in De Beeltjens. Dat bos wordt in 1692 aangelegd door Jan Philips Eugeen de Merode. Deze edelman is pas achttien, maar dan al eigenaar van het kasteel de Merode. In die tijd houden rijkeluiszoontjes van een partijtje jagen. De prins laat daarom dit bos van naald- en loofhout aanleggen. Zo kan er zich wild nestelen. Het strakke drevenpatroon in De Beeltjens dateert uit die tijd. Zo liep Jan Philips Eugeen er vast niet verloren. Vroeg of laat bereikt elke dreef immers het centrale punt De Ster. Op dat kruispunt komen acht dreven samen.

De bomen ruimen plaats voor de natte weiden in de vallei van de Wimp. Tussen Tongerlo en Zoerle-Parwijs kabbelt dat zijriviertje van de Grote Nete door haar meest ongerepte decor. In de 16de eeuw richten de norbertijnen van Tongerlo hier de Steinehoeve op. Dat is een van de hoeves die de paters toelaten de vruchten van het land te plukken en opbrengsten te verwerven. De abdijhoeve wordt in steen opgetrokken. In de 16de eeuw is dat eerder uitzonderlijk. De hoeve dankt er haar naam aan. Opmerkelijk is de monumentale losstaande schuur op het domein.

De Steinhoeve ligt niet op het fietsroutenetwerk. Wanneer je voorbij de brug over de Wimp het T-kruispunt met de Steine-Hoevestraat bereikt, bevindt de Steinehoeve zich twee honderd meter naar rechts. De beschermde hoeve is privaat en moeilijk zichtbaar vanaf de straatkant. 

De route trekt door het Kempense platteland steeds noordelijker. De woonwijken van Voortkapel, Wiekevorst en Morkhoven worden daarbij vermeden. Zo passeert deze route niet langs de Wimpelhoeve. Overweeg toch het ommetje. De Wimpelhoeve is een andere abdijhoeve van Tongerlo die al bij de stichting van de abdij in handen komt van de norbertijnen. De monumentale driebeukige langschuur van de Wimpelhoeve is de omweg waard voor liefhebbers van het norbertijnenerfgoed en de Kempense hoevearchitectuur.

De Wimpelhoeve ligt niet op de route. Fiets vanaf knooppunt 26 naar 51 en zo verder naar 25. Na 25 passeer je aan je linkerzijde snel de Wimpelhoeve. De schuur is goed zichtbaar vanaf de straat. Vanaf 26 is het drie kilometer fietsen (enkele rit).

Hoewel de naam misschien anders doet vermoeden, hoef je in de Hoge Weg geen helling te vrezen. Waaien kan het er wel. Zo hard zelfs dat een inwoner van Noorderwijk in 1840 een windmolen helemaal vanuit Antwerpen naar hier liet verhuizen. Die Hogewegmolen is nog steeds maalvaardig. Kies je een winderige dag dan zie en hoor je de wieken misschien wel draaien.

De molen is het signaal om terug wat beschutting op te zoeken in het bos. Over een oud militair spoor slingert de fietstocht nu van het Grebbenbos naar het Stassenbos en het Sterschotsbos. Dat gefragmenteerde boscomplex bleef bewaard omdat er vroeger een militaire basis lag. Nu is het gebied teruggeven aan de natuur en aan zachte recreanten. 

Met Oevel heb je een dorp bereikt dat op religieus vlak door de norbertijnenabdij van Tongerlo bestuurd werd. Ze stelde er de pastoor aan en inde er de tienden, een oogstbelasting van tien procent. In ruil kreeg de pastoor een mooie pastorie. De norbertijnenpastorie van Oevel, uit 1757, bleef mooi bewaard. In de schaduw van de Sint-Michielskerk herbergt ze nu het Heemkundig Museum, met Kempens landbouwmateriaal en oude interieurs. 

De Kapel van Onze- Lieve-Vrouw-Lelie tussen de Doornen is een voorbeeld van de volksdevotie die in de Kempen eeuwenlang levendig beleefd werd. In dit afgelegen gehucht wilden op zekere dag vier bandieten het jonge meisje Dymfna Verryt verkrachten. Op wonderbaarlijke wijze verscheen de Heilige Maagd echter ten tonele en redde Dymfna uit de handen van het geboefte. Uit dankbaarheid werd er aan een boom een Mariabeeld gehangen. Nog meer wonderen geschiedden en door de toestroom van bedevaarders verscheen uiteindelijk een stenen kapel. 

De Kapel van Onze-Lieve-Vrouw-Lelie tussen de Doornen ligt niet op het fietsroutenetwerk. Wanneer je voorbij de brug onder de E313 meteen rechts de Onze-Lieve-Vrouwstraat inslaat, bereik je na driehonderd meter de kapel.

Langs de oevers van het Albertkanaal verandert het uitzicht grondig. Van de groene en devote Kempen beland je nu tussen de industrie die zich hier de voorbije decennia vestigde. Gelukkig blijft het aangenaam fietsen op de autovrije oever. Wanneer je het kanaal en de E313 opnieuw achter je laat, herken je weer het vertrouwde landschap van de Merode. Tussen uitgestrekte weiden en akkers steek je opnieuw de Wimp over. Wanneer je de rivier een tweede keer kruist, kun je even doorfietsen tot bij de Ambrosiushoeve. Vandaag is de hoeve fraai gerenoveerd. Misschien heeft ze zo opnieuw het uitzicht als toen de norbertijnen van Tongerlo haar in 1696 aankochten en in 1718 heropbouwden? 

De Ambrosiushoeve ligt niet op het fietsroutenetwerk. Wanneer je voorbij de brug over de Wimp de tweede straat rechts neemt (Hondseinde) en steeds rechtdoor aanhoudt (Brandstee), bereik je na ca. 1,5 kilometer de hoeve.

Aan de rand van de dorpskern van Tongerlo fiets je langs de Beddermolen. Deze windmolensite is veel ouder dan de Hogewegmolen die je eerder ontmoette. Het staat vast dat in 1535 — maar mogelijk al vroeger — de norbertijnenabdij van Tongerlo eigenaar is van een windmolen op deze plaats. Dat was niet uitzonderlijk. Rond 1787 bezat de abdij zeker acht windmolens in de Kempen en één watermolen in Herentals. Naast de molen zelf bestond zo’n goed ook uit een woning, schuren, stallen, akkers en weiden. Voor de abdij was zo’n economisch complex een belangrijke bron van inkomsten. 

Vanaf de molen is het maar even trappen tot knooppunt 81. Daar sta je bij de toegangsdreef naar de norbertijnenabdij van Tongerlo. De abdij wordt gesticht rond 1130. Ze is daarmee enkele jaren ouder dan de norbertijnenabdij van Averbode. Sedert enkele jaren wonen er in de abdij opnieuw zusters — maar geen norbertinessen. Tot in de 13de eeuw was Tongerlo op dat vlak een dubbelklooster. Zowel het mannen — als het vrouwenklooster groeide zo sterk dat de zusters verhuisden naar Ter Eeuwen, een uithof van de abdij in Broechem. Het klooster van de norbertinessen zal echter snel in verval raken. Ondanks de woelige tijden waardoor de abdij zich doorheen de eeuwen heeft moeten worstelen, leeft er bijna 900 jaar later nog altijd een gemeenschap van norbertijnen in Tongerlo.