Wandelroute

Stilte in Tessenderlo

Stilte in Tessenderlo

Tessenderlo

Langs deze wandeling merk je dat het Limburgse deel van het Merodegebied mee tot de oorspronkelijke invloedsfeer van de norbertijnen van Averbode behoorde. Door de UITGESTREKTE BOSSEN van Gerhagen en langs VRUCHTBARE WEILANDEN passeer je ook een oude molen en het grote norbertijnendorp Tessenderlo.

Afstand 15,0 km
Duur 4,0 uur
Vertrekpunt Knooppunt 113, Bosmuseum Gerhagen in Tessenderlo
Alternatieve route Oude Molen, Molenstraat Tessenderlo
PARKING Parking Bosmuseum Gerhagen, Heggenbossenweg in Tessenderlo of parking Oude Molen, Molenstraat in Tessenderlo
Knooppunten 113 – 304 – 305 – 306 – 115 – 238 – 237 – 235 – 236 – 242 – 312 – afwijking naar Oude Molen – 312 – 243 – 241 – 228 – 231 – 233 – 315 – 316 – 117 – 113
Aard van de weg Veld- en boswegen
Niveau Voor de geoefende wandelaar
Facebook LinkedIn WhatsApp
PDF
GPX
Honger of dorst tijdens je tocht? Maak dan een tussenstop bij één van de lokale ondernemers die een Merodelabel dragen. Zij kregen dit label omdat ze zich met hun product of dienst verbinden aan landschapspark de Merode en de perfecte ambassadeurs zijn van dit prachtige gebied!
Alle info vind je hier

De wandeling start aan het Bosmuseum van Gerhagen waar natuur en stilte troef zijn. Dit educatief centrum is beslist een bezoekje waard. Je komt er veel te weten over de fauna en flora van dit bosgebied, maar misschien hou je dit liever voor na je wandeling wanneer je hier op de site nog even wil uitblazen voor je terug huiswaarts keert. Je hebt immers vijftien kilometer voor de boeg! Een verkorting is onderweg niet mogelijk. De eerste vijf kilometer slingert het traject zich voornamelijk door landbouwgebied, hier en daar omzoomd met boscomplexen. Vervolgens bereik je de bebouwde kom van Tessenderlo.

Op weg naar knooppunt 312 moet je even afwijken van de route om de mooie gerestaureerde Oude Molen te bewonderen. Op het kruispunt Molenhoeven – Molenstraat steek je niet schuin over naar de Laarbossenstraat, maar wandel je rechts en steek je de hoofdbaan over. Al snel zal je op je linkerzijde de Oude Molen herkennen: een staakmolen met een houten molenkast op een stenen gesloten voet. De staakmolen is het oudste molentype in de Lage Landen, gekend vanaf de 11de eeuw. Typerend is dat de molen centraal steunt op een staander of staak waarrond de molenkast draait om zich naar de wind te zetten. De eerste vermelding van deze Oude Molen dateert uit 1301. 35 jaar later schonk Lodewijk IV, de graaf van Loon, op zijn sterfbed de molen aan de abt van de norbertijnenabdij van Averbode. Dergelijke schenkingen van gronden en goederen aan abdijen waren toen zeker niet ongewoon. De molen werd enkele jaren nadien al door de abt verkocht. In het molenhuis verbleven gedurende ettelijke eeuwen molenaars met hun gezin. Ze maalden het graan van de Looise pachters tot meel. In 1980 redde de gemeente Tessenderlo de molen van de sloop. Het beheer ging naar de vzw Molenvrienden. Ze bouwde errond een educatief molenpark uit en zet de molenwieken nog regelmatig in bedrijf. 

Je keert op je stappen terug, steekt de hoofdbaan over en je neemt de eerste straat rechts, de Laarbossenstraat, richting knooppunt 312.

Aan knooppunt 243 is het zeker de moeite om even stil te staan bij de gotische Sint-Martinuskerk. In 1134 nam Arnold II, graaf van Loon, het initiatief om de abdij van Averbode op te richten op de plaats van een voormalige kapel tussen Engsbergen en Tongerlo en op het kruispunt van de weg naar Veerle. Hij schonk omliggende gronden om in het levensonderhoud te voorzien en de kerk van Tessenderlo als financiële inkomstenbron voor de abdij. De huidige Sint-Martinuskerk werd gebouwd in het midden van de 15de eeuw in de typische ijzerzandsteen van de streek. Heb je de gelegenheid om binnen te gaan, dan is het koordoksaal absoluut een bezoekje waard. Dit prachtig gebeeldhouwd stenen kantwerk tussen schip en koor is één van de vijf gotische doksalen die nog bestaan in België. Het werd vervaardigd in 1520 in witte zandsteen en wordt als één van de grootste en mooiste van ons land beschouwd.

Achter de kerk, aan de Markt, springt ongetwijfeld de witherenpastorie van de Sint-Martinusparochie in het oog. In deze parochie voerden de norbertijnen van Averbode het patronaatsrecht uit: ze stelden de pastoor aan, verzorgden de eucharistievieringen, gaven de catecheselessen en waren het luisterende oor voor de parochianen. De pastorie werd gebouwd rond 1664 in de typische norbertijnenstijl: sober en eenvoudig, functioneel en stevig met een herkenbare opbouw: centrale voordeur met bovenlicht, twee ramen aan weerszijden, twee verdiepingen en voorzien van een omhaagde of ommuurde tuin. Maar wie vermoedt dat pastoor Macharius Lammers er in 1680 ook een brouwerij in onderbracht? De pastoor brouwde 6 à 7 maal per jaar 6 tonnen goed en 3 tonnen middelbier. Wie wilde kon er ook voor eigen gebruik brouwen. Honderd jaar later werd de brouwerij echter opgedoekt. Daarna werd de pastorie nog enkel voor geestelijke doeleinden gebruikt.

Misschien heb je door dit verhaal wel dorst gekregen en is het nu even tijd voor een korte pauze in de omgeving van de Markt.

Ter hoogte van knooppunt 241 houden we even halt. De weg die hier aan de overzijde op dit punt toekomt, leidt naar de Kleinhoef en Tiendenschuur. De naam slaat op een pachthoeve bestaande uit een woonhuis met stal en een tiendenschuur. De hoeve werd in 1171 door de graaf van Loon geschonken aan de abdij van Averbode die ook al het patronaatsrecht van de kerk had. De tiendenschuur werd in de loop van de veertiende eeuw in ijzerzandsteen opgebouwd en gebruikt voor het bergen van de tienden van de parochie Tessenderlo waartoe ook Deurne behoorde. De opbrengst kon er verwerkt en gedorst worden alvorens ze te vervoeren naar de abdij of elders. Ongeveer vijftig jaar later werd op de site nog een schaapskooi bijgebouwd met houtwerk dat afkomstig was van de oude abdijkeuken. Uit een contract van 1605 blijkt dat de pachter hier gedurende zijn eerste termijn van het contract zes schapen en zijn tweede termijn twaalf schapen moest grootbrengen voor de abt. Omwille van de historische waarde van dit agrarisch norbertijnenmonument werd de hoeve beschermd. Spijtig genoeg kan dit op weinig begrip van de huidige eigenaars rekenen en wordt ze niet in haar volle glorie onderhouden. Ze sloten in 2017 tevens de servitudeweg af zodat het voor wandelaars en fietsers niet meer mogelijk is om deze site te bezichtigen.

Vervolgens slingert de wandeling terug naar de rust en stilte van Gerhagen. Op weg naar knooppunt 228 via de Groenpoortstraat kom je aan huisnummer 37 aan je linkerzijde de Groenpoorthoeve tegen. Dit was de middeleeuwse hoeve Ten Hoive, eigendom van de abdij van Averbode. In de zestiende eeuw werd de toegangspoort blijkbaar groen geschilderd, waardoor de naam wijzigde. Het huidige hoevegebouw heeft geen erfgoedwaarde en is door afbraak en heropbouw geen typische abdijhoeve, maar ze herinnert wel aan de zeer oude hoeve. Het was de tweede belangrijkste hoeve van de abdij! De landbouwgronden van deze oude abdijhoeve strekten zich hier uit tot voorbij de Kleine Hoeve en de Tiendenschuur (zie punt 4).

Na het landbouwgebied bieden de Schoterse bossen, een mooie brok natuur van ongeveer 10 ha, een mooie afwisseling. In de jaren 1960 werden hier vakantiehuisjes gebouwd die nadien een geregulariseerde status kregen. Zes parallelle paden genoemd naar dieren doorkruisen de groene long. 

Terug aangekomen aan knooppunt 113 is een bezoekje aan het Bosmuseum Gerhagen of aan de plaatselijke horecazaak met avontuurlijke speeltuin zeker verdiend!